10 september 2016


René van der Gijp: ''Ik voel me meer een uithangbord van VI dan een BN'er''

Volgende week verschijnt de opvolger van de bestseller Gijp, van auteur Michel van Egmond. René van der Gijp vertelt hierin over de dood van zijn ex-geliefde en het overlijden van zijn moeder. En over zijn nieuwe rol als vader. Monoloog van een praktische positivist.


,,Ik ben hartstikke blij dat ik die kleine nu heb. Nicky is toch een soort therapie voor me. Een mooi, lief mannetje. Hij is 15, zit in een belangrijke fase van zijn leven. School afmaken, straks z'n rij­bewijs halen, z'n eerste meisje... Dan moet je er zijn voor die pik.


En compleet voetbalgek, hè. Kent de opstelling van Preussen Münster uit z'n hoofd. Krankzinnig gewoon, dat speelt Tweede Bundesliga. Hij wil voetbal­commentator worden. Tijdens de uitzendingen van de Europa League zit hij bij Leo Driessen, de commentator. Heb gevraagd of dat mocht. Nicky bereidt dingetjes voor: waar de keeper van Sevilla eerder heeft gespeeld. Dat werk.


Toen hij met vriendjes op vakantie was, dacht ik vaker aan de dood van Daan. Lastig hoor, ik miste Nicky. Nee, had ik nooit gedacht. Ben toch graag in m'n eentje.


Tuurlijk moest ik mijn ritme aanpassen. Gelukkig slaap ik makkelijk. Als ik tot 4 uur 's nachts een documentaire kijk, sta ik gewoon om half 8 met hem op. Breng hem naar school en slaap daarna een paar uurtjes bij. 's Avonds gaan we meestal uit eten. Soms bij zijn broer Sanny, die is kok in Rotterdam.


Weet je wat ik voelde bij de dood van Daan? Dat ik het zó zonde vond. Een fles Bacardi per dag, zeventig sigaretten, een handjevol Advil... Dat is toch vreselijk. Neem nou een klein beetje deel aan het leven, zei ik. Ze zat thuis op de bank, had nergens zin in. En ze had altijd hoofdpijn.


Ik weet zeker dat als je in zo'n toestand bij de psychiater komt zo'n man zegt: joh, ga lekker backgammon spelen. Koop een flipperkast, neem een kano. Dóe iets! Toch was ze een goede moeder.


,,Ik heb het nieuwe boek van Michel nog niet gelezen. Doe ik in december. Op m'n gemakkie, ouwe reus. Het overlijden van Daan en, in mindere mate, m'n moeder, zit nog in m'n hoofd.


Mijn moeder had er geen zin meer in, de dood was bevrijdend. Vijf jaar lang zei ze tegen mensjes in de flat: ik wil niet meer wakker worden. Maar je hebt het niet voor het zeggen, hè. Tenzij je een prop in je mond doet en lang je adem inhoudt.


Natuurlijk was ik enorm verdrietig toen ze overleed, vooral omdat ze zo moeilijk oud werd. Ik deed dagelijks boodschapjes en als ik zei: ma, ik maak morgen macaroni, wist je al dat ze geen trek had.


Ik keek naar haar en dacht: Jezus, dat mág toch niet. Daar zijn we hier toch niet voor? Het was beangstigend depressief. Ik begreep het wel, hoor. Mijn vader deed alles thuis, die behandelde mijn moeder als een groot kind. 'Belast Ad niet te veel', zo ging het. En ja, toen mijn vader klachten kreeg, moest mijn moeder ineens in de benen. Dat werd lastig.


Bij mijn ouders zijn in zestig jaar twee mensen over de vloer geweest: Freek, mijn vaders broer, en zijn vrouw Greet. Mijn ouders wilden geen poespas, verjaardagen werden niet gevierd. Je kreeg een cadeautje, maar er kwamen geen vriendjes. Erg? Ach, ik wist niet beter.


Het vervelende is dan wel, dat als je 80 bent, er niemand aanbelt. Je kunt niet van mijn ome Cor verwachten dat die bij mijn moeder langsgaat. Die weet bij wijze van spreken niet eens hoe het mens eruitziet. Cor is 85, ook voetballer geweest, staat op de camping in Kijkduin en zit dagelijks met tachtig man te eten. Als hij overlijdt komen er vijfhonderd mensen op de begrafenis. Bij mijn moeder waren we met z'n vieren.


Sanny, mijn oudste, belde soms. 'Zal ik langskomen, oma?' Dan kun je twee dingen zeggen. 'God, wat leuk van m'n kleinkind'. Of: 'Wat een gezeik brengt dat met zich mee'. Zij had dat laatste. Dan wordt het wel erg somber allemaal.


Ik heb de aftakeling bij mijn ouders gezien. Dan zie je je eigen einde met weinig plezier tegemoet, ouwe pik. Mijn vader had zenuwuitval, niks meer aan te doen. Maar hij accepteerde het niet. Was ervan overtuigd dat er één arts zou zeggen: 'Wim, als je deze inneemt, ben je er vanaf.'


Hij had een rollator, reed nog lang auto. Als iemand op het zebrapad overstak, stopte hij twee zebrapaden verder. Eer hij zijn been van het gaspedaal af had... Levensgevaarlijk, man.


En voor ik mijn vader aan zijn verstand had gepeuterd dat je niet alleen maar voor lul zit in een scootmobiel. Je laadt dat ding op en rijdt naar het voetbal. Makkelijk zat. Ik weet in elk geval dat als ik straks in zo'n ding zit, héél veel mensen zullen zeggen: zo, hè, hè, eindelijk. Dat verdient die Gijp wel, nadat hij z'n hele leven iedereen de maat heeft genomen. Als het zover is ben ik al blij als er één vraagt hoe het met me is.


Club Boccaccio
Ons programma is een houvast. Ik ben uit de grond van mijn hart dankbaar dat ik al zes jaar lang deel uitmaak van een sportprogramma dat je nergens anders ziet. Onze directeur toonde destijds soms fragmenten van Voetbal International op de tv-beurs in Cannes. Italianen, Fransen, Duitsers keken er met stijgende verbazing naar. Iemand van de BBC zei: 'Dit zenden jullie toch niet écht uit?!'


Mensen denken dat het een format is. Is niet zo. Vorig jaar liepen Rutger Castricum en Dominique Weesie mee, die jongens van PowNed, om te kijken of zij ook zoiets konden doen, met publiek. Maar, grote vriend, het gekke is dat wij geen publiek hebben. Wij hebben fáns. Die lachen zich al de tering als Jan Boskamp gaat zitten en een koekie pakt. Bij ons liggen ze al plat als ik naar adem hap om iets te zeggen. Willen op de foto en zeggen dan dat ze naar Club Boccaccio gaan. Prima toch? Laat gaan, joh.


Zoals we nu aan tafel zitten te lullen, dat is gegroeid. Kom op zeg. Als we zo waren begonnen, waren we snel van het scherm gehaald. Dan hadden ze bij RTL gezegd: jongens, dit gaat wel erg over het randje.


Als ik van Nicky hoor hoe VI op school leeft... In zijn klas worden complete gesprekken gekopieerd. Ik werd laatst in de Albert Heijn aangetikt door een meisje. Wat zal ze zijn geweest? 12? Ze zei dat ze op een schoolfeest mij had gespeeld, en een vriendinnetje Wilfred. Jezus man. 12 jaar. Krank-zin-nig!


Wij zijn het voetbal allang voorbij, we zijn typetjes. Jiskefet. Michiel Romeyn zette zijn pruik nog af als hij Oboema had gespeeld, wij wandelen gewoon naar buiten. Als Jan Boskamp ergens in het land een praatje houdt, is het ultieme moment voor mensen dat hij een bamihapje pakt. Komen ze niet meer bij. Waanzinnig, als je er over nadenkt.


Johan stoort zich eraan dat als hij ergens eet, mensen erbij komen zitten. En als het tegenzit pakken ze nog een vork en prikken ze van z'n bord mee. Dat hebben we over onszelf afgeroepen. Ons program­ma is zo laagdrempelig - kijkers denken dat we bij ze in de huiskamer zitten.


VI is voor alle geledingen. Mijn vriend Casper van Eijck, oncoloog in het Erasmus MC, is een trouwe kijker, net als zijn collega's. Die vinden het ontspannend. Ze hebben de volgende dag de grootste lol bij de koffie.


,,Ik neem het leven niet zo serieus, ben het tegenovergestelde van mijn ouders. Die zagen mij na mijn voetballoopbaan in een sportwinkel staan. Zekerheid, geborgenheid, pensioentje, begrafenis­polis... Zo'n bestaan.
Toen ik zei: pa, ik ga leuke verhalen in het land vertellen, was hij verbijsterd. Maar ik ging gewoon naar het dorpshuis in Hoogeveen om driehonderd mannen met net iets te veel op toe te spreken.


Die generatie oudere mensjes kan ook zo moeilijk beslissen. Kocht ik een tv met mijn vader. 'Pa, pak die nou in de uitverkoop, kopen we volgend jaar een nieuwe voor het EK voetbal.' Maar elke beslissing is er een voor het leven. Dat ding moest er tot z'n 85ste staan.


Ik ben geen materialist, geef niet om bezit. Als ik een auto koop via internet zegt zo'n man: 'U komt toch nog wel kijken?' Welnee, breng hem maar als je tijd hebt. Als dat ding niet lekker rijdt, doe ik 'm over een half jaar weer weg. Kan mij dat nou schelen? Auto, bankstel, breedbeeld tv... Zoek het lekker uit.


Iedereen vindt dat gek. Wil je m'n auto lenen? Tuurlijk, neem mee dat ding. Als je me de volgende dag belt dat-ie weg is, nou, dan is-ie weg. Laat gaan. Zoeken we op internet weer een andere.


Ja, jij hebt makkelijk praten, hoor ik mensen denken. Jij verdient bakken met geld. Weet je, ouwe reus, toen Daan in de kist in die zwarte auto werd gehesen, werd door de nabestaanden wel heel makkelijk de deur dichtgetrokken. Ik betaalde alles. Er is niet één keer gevraagd: René, liggen er misschien nog dingen van jou in het huis?


Waar mensen het gemak vandaan halen om dat allemaal bij mij te leggen, is me een raadsel. Echt, ik kon het niet meer aanhoren. Het gelul van: 'In jouw situatie is dat gemakkelijker.' In het gunstigste geval is het schaamte over het overlijden van Daan. Ik heb sinds de begrafenis van niemand meer iets gehoord. Alleen als er betaald moest worden.


Uithangbord
De afgelopen twee jaar hebben m'n bestaan wel op z'n kop gezet. Bij Sanny werd in 2015 lymfeklierkanker geconstateerd. Nu is hij schoon. Ik ben praktisch ingesteld. Toen we het hoorden, schakelde ik binnen een half uur over op: wat gaan we er aan doen.


De artsen zeiden dat je met deze vorm van kanker het beste af bent in Nederland. Uit heel de wereld komen ze hiernaartoe. En van chemotherapie lig je tegenwoordig niet meer wekenlang kotsend in het toilet. Het is erg dat zo'n mannetje van 23 door die molen moest. In zijn hoofd maalden gedachten die je op je 70ste hoort te hebben.


Het heeft mijn angst voor de dood gerelativeerd. Het kan je zo overkomen, ouwe pik. Na de begrafenis van Daan vroeg de mevrouw van de Raad voor de Kinder­bescherming: 'Bent u op dit moment de juiste persoon voor Nicky?' Natuurlijk ben ik dat. Ik ben wel klaar met die hele René van der Gijp-cultus en alles wat er omheen hangt.


Ik geef niet meer 's ochtends vroeg het startschot voor het WK stoepranden in Delfzijl. Beperk me tot Zuid-Holland. Ik was laatst in Papendrecht, evenementje voor kinderen met een spierziekte. Zegt een meneer: er zijn bijna geen bekende Nederlanders meer die dit willen doen.


Gek, maar ik voel me helemaal geen BN'er. Meer een uithangbord van VI. Toen ik op m'n 38ste de voetbalkantine binnenkwam ging de plaat op het biljart, want Gijp gaat helemaal los! Nu weten ze: die man is 55. De tijd van dronken op de achterbank met Wim Suurbier is allang voorbij. Kan toch ook niet anders, ouwe reus van me.


Ik zit wel in de mooiste bedrijfstakken ter wereld. Voetbal en tv. Nergens zijn er beroepsgroepen waarin mensen hun belangrijkheid zó overschatten. Fan-tas-tisch om dat te observeren, word ik helemaal vrolijk van. Die ego's van Matthijs van Nieuwkerk en Jan Mulder, daar kun je een sporthal mee vullen.


Dat zit tijdens de zomer lekker aan de chardonnay op Ibiza en de eerste werkdag werpen ze zich weer op als het geweten van, tussen aanhalings­tekens, intellectueel Nederland. Daar blijf ik me over verwonderen, ouwe reus. Dat je je van de ene op de andere dag weer druk maakt om Syrië. En Jan Mulder maar roepen: 'Erdogan... Dat kán toch niet...'


Als ik één ding weet: ons programma is een bedevaartsoord. Lourdes op tv. Bij de eerste drie mailtjes denk je: ach, wat lief van die mensen. Bij het drieduizendste besef je dat we er mensen een enorm plezier mee doen. Ze lachen zich twee keer per week de pleuris. Er was een vrouw die schreef dat haar man tijdens onze uitzending was ingeslapen. Zijn laatste wens. Krankzinnig mooi toch?''


De wereld volgens Gijp van Michel van Egmond is vanaf komende week te koop.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Plaats nu je reactie! Je kunt gebruikmaken van de volgende HTML-tags:
- <b>vet</b> = vet
- <i>cursief</i> = cursief
- <a href="http://SigaarSnor.blogspot.com/">link</a> = link